Veiligheid voorop

De veiligheid van kinderen vormt altijd de ondergrens. Snelle bescherming is nodig wanneer de veiligheid van een kind in het geding is. De bescherming vindt (indien mogelijk) plaats in de omgeving van het kind. Benieuwd hoe het ervoor staat met 'veiligheid voorop' in de regio Hart van Brabant? Lees hieronder mee.

Toename adviezen bij kindermishandeling

In 2020 is het aantal advies- en ondersteuningsvragen bij een vermoeden van kindermishandeling iets toegenomen ten opzichte van 2019 (1637 versus 1585). In de gemeente Hilvarenbeek was in 2019 het aantal adviezen verdrievoudigd (17 in 2018 naar 52 in 2019), in 2020 is dit aantal iets gedaald (48). Er is ook een toename te zien in Dongen (38 in 2019, 56 in 2020), Heusden (62 in 2019, 79 in 2020), Oisterwijk (36 in 2019, 50 in 2020) en Tilburg (1134 in 2019, 1158 in 2020). In de overige gemeenten is het aantal advies- en ondersteuningsvragen in 2020 vergelijkbaar of iets lager dan in 2019.

Toename meldingen bij kindermishandeling

In de regio Hart van Brabant is het aantal meldingen waarbij sprake was van een vermoeden van kindermishandeling in 2020 met 46% toegenomen ten opzichte van 2019 (1586 versus 1087). In bijna alle gemeenten is er een toename te zien. De grootste toenames zijn te vinden in de gemeenten Hilvarenbeek, Heusden, Gilze en Rijen en Waalwijk. In Goirle is het aantal bijna gelijk gebleven en alleen in Oisterwijk is het aantal meldingen afgenomen (12%).

Justitie en veiligheid grootste melder

In 2020 waren de meest voorkomende adviesvragers bij een vermoeden van kindermishandeling psychologen, pedagogen, psychotherapeuten en sociaal werkers: 930 keer. De minst voorkomende adviesvragers zijn paramedische beroepen. In 2020 komen de meeste meldingen bij een vermoeden van kindermishandeling, net als in 2018 en 2019, van justitie en veiligheid (2285 keer). Paramedische beroepen melden het minst vaak.

Jeugdigen in bescherming en reclassering stabiel

In 2020 had 1,2% van de jeugdigen in Hart van Brabant een maatregel jeugdbescherming. Dit is ongeveer gelijk aan het percentage in 2019 en vergelijkbaar met het landelijk percentage in 2019 (1,2%). 0,3% van de jeugdigen had een maatregel jeugdreclassering in 2020, dit is ook ongeveer gelijk aan het percentage in 2019 (0,4%) en het landelijk percentage in 2020 (0,4%). Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer (2019) blijkt dat, anders dan de bedoeling was bij de invoering van de Jeugdwet, het aantal kinderen met een spoedmaatregel in Nederland niet is afgenomen.

"De wachtlijsten zijn zo opgelopen… Dat is een kind wat eigenlijk bijna met een mes in de handen staat en waarbij ouders zich bedreigd voelen, en die moet gewoon 3 maanden wachten op een plek. Ja, dat kan echt gewoon niet."

Ook wachttijden voor inzet hulp bij urgente casuïstiek

Er lijkt sprake van voldoende alertheid bij alle organisaties op schrijnende en urgente gezinssituaties. Al was door corona het zicht op urgente casussen van individuele jeugdigen wel bemoeilijkt, omdat de communicatie met scholen door de lockdowns verminderde. Over het geheel zijn de wachttijden voor reguliere hulp langer geworden. De grootste frustratie bij de professionals ligt echter bij de lange wachttijden op inzet van hulp bij urgente casuïstiek en onveilige situaties voor kinderen. Naarmate hulpverleners en professionals elkaar beter kennen, ontstaan effectievere lijnen voor het succesvol oppakken van onveilige situaties binnen gezinnen.